Over lichaam en geest


De eerste deadline is in zicht en dus schrijf ik voor het eerst in meer dan twee jaar een stuk tekst met voetnoten. Het is nog even wennen. Het onderwerp is wel interessant: de grafsteen van ene Flavius Agricola uit de tweede of derde eeuw na Christus.  De tekst luidt als volgt:

Mijn thuis was Tibur; Flavius Agricola werd ik genoemd. Ik ben degene die je hier ziet liggen, net zoals ik gewoon was aan te liggen aan tafel, mezelf goed verzorgend, alle jaren die het Lot me vergund heeft. En ik was nooit zuinig met de wijn. (…) Vrienden, als jullie dit lezen, sla acht op wat ik zeg: schenk de wijn, bind linten rond je voorhoofd en drink ver van hier. Misgun jezelf niet de geneugten van liefde met mooie vrouwen. Wanneer de dood komt, zal alles verwoest worden door aarde en vuur.” (Eigen vertaling uit het Engels.)

Toffe gozer, die Flavius, zouden velen nu zeggen! Paus Urbanus VIII was echter not amused, toen hij de inscriptie plus het bijbehorende beeld (van de liggende Flavius) in de 17e eeuw vond, op de plaats waar nota bene de Sint Pieter aan het verrijzen was! Hij ontstak in woede en liet de grafsteen vernietigen. Gelukkig was een van zijn assistenten zo goed om in elk geval het beeld te redden en de tekst van de grafzerk neer te pennen, zodat ik nu kan pogen er wat nuttigs over te zeggen. Als goede academica (?) probeer ik het natuurlijk leuk in z’n context te plaatsen: hoe dacht men in het Romeinse Keizerrijk over het leven na de dood?
Nu, heel wat gevarieerder dan in de tijd van Urbaan Acht. Eigenlijk alle standpunten waren mogelijk: de een geloofde nog in de Hades (ietwat ouderwets), de ander verdiepte zich in een of andere oriëntaalse cult (zoals Flavius’ vrouw; Isis) om daar het eeuwig leven te verkrijgen, de derde hechtte waarde aan  allerhande vage mythes over doden die weer tot leven kwamen, eventueel in de vorm van geesten en de echte filosofen keken natuurlijk op dit alles neer en hadden hun onbegrijpelijke theorieën over het de (on)vergankelijkheid van lichaam en ziel.
Nu ben ik niet zo’n filosoof, maar dat er verschil tussen lichaam en geest is, kan ik alleen maar voluit beamen. (Is dit niet een mooi bruggetje?) Ik heb er vaak genoeg last van dat mijn lichaam op één locatie is (werkend aan een essay; in het heden; in Lund), maar mijn geest zich nog op een andere (denkend aan het avondeten; in het verleden; in Rome) bevindt.
Dat kan soms wel grappig zijn, maar vaak is het verrekte onhandig. Wel, er ligt een mooie uitdaging voor me, want sinds vanochtend is mijn lichaam na 17 uur in het OV weer eventjes in Nederland. Nu nog zien mijn geest hier ook te krijgen, want die lijkt zich nogal druk te maken om een Lundse deadline. En over een dag of vijf moet het hele trucje in omgekeerde volgorde herhaald. Laat ik Flavius’ advies maar opvolgen en er een glas (goedkope, Nederlandse) wijn bij inschenken; dat kan nooit kwaad.


Comments