Tillbaka i Lund - två och en halv vecka

Grannar och vänner, (”Buren en vrienden”),

Al twee keer ben ik aan een blogje begonnen, maar een gebrek aan Internet (niet langer), discipline en tijd heeft het posten van dergelijk op zich laten wachten. Inmiddels heb ik zoveel meegemaakt dat ik even niet weet wat nu het leukste is om over te schrijven. Dus ga ik toch maar even in de ’waarbenjij.nu’-stijl kort vertellen waar ik mij de afgelopen tijd mee bezig heb gehouden. Om het aantal ‘entoens’ beperkt te houden zal ik het netjes in wat categorieën indelen. Mijn excuses voor de lengte.

Bergen
Mijn oude huis  had ik in juni verlaten, dus het eerste wat ik bij aankomst in Lund deed, was intrekken in mijn nieuwe stek. Sinds de 21e woon ik in mijn nieuwe huis, ‘Laurentiistiftelsen’, in de volksmond ‘Larran’. Een studentenhuis met zo’n 144 kamers en kleine appartementen. Zelf woon ik in een grote gang met 23 anderen (allen Zweed; mijn taalvaardigheid springt vooruit): af en toe erg vol in de keuken, maar iedereen is heel vriendelijk en gezellig en er wordt goed opgeruimd. Wil je het adres? Let me know!
Overigens wordt Larran beheerd door een kerk. Ja echt. Wat dat nu betekent en hoe het hier verder met de kerk zit, zal ik eindelijk eens gaan beschrijven, nu ik er wat meer van weet. Het is behoorlijk interessant, zeker aangezien volgende week de ‘kyrkoval’ (kerkelijke verkiezingen) zijn, waarvoor minstens de helft van de bevolking mag stemmen. Maar ook redelijk ingewikkeld om als buitenstaander te begrijpen waar dit nu precies om draait en wat alle partijen precies willen – later meer.
De kamer is prima. Alle spullen zijn wat ouder, maar ik heb mijn eigen douche en toilet voor het eerst in 24 jaar en dat is eigenlijk wel fijn. Foto’s volgen vast wel eens. Er is logeerruimte – hinthint.
Verder ligt Lund heel toevallig op een heuveltje – (Skåne is afgezien daarvan bepaald vlak, vergeleken met de rest van Zweden) en ik woon nu in het lage zuiden in plaats van het hoge noorden. In plaats van hard ploeteren aan het einde van de dag als ik alle tijd heb, moet ik dus nu op de pedalen staan als ik naar college ga of, meer algemeen, als ik haast heb om ergens te komen. Niet handig, wel goed voor mijn conditie.

Kreeften
Inmiddels ben ik ook naar twee zogenaamde kräftskivor geweest. Een kräftskiva is een kreeftenfeestje, oftewel een dinertje waar je kreeft eet en nog wat andere tradities eer aan doet. Ze worden in augustus/september gehouden. Het eerste feestje was vorige week met wat mensen van Lundagård, de studentenkrant waar ik voor schrijf. Ze legden deze nitwit geduldig uit hoe je een kreeft moet eten. De conclusie: het kost een kwartier en dan heb je een heel klein beetje kreeft en heel vieze handen. Na twee kreeften heb ik het dus voor gezien gehouden en vooral brood en kaastaart gegeten, wat normaliter de kreeften vergezelt. De avond eindigde met een humoristische muziekquiz en chocoladetaart.
Gisteren werd het hele feestje nog eens overgedaan met mijn huisgenoten – stel je 28 personen voor die aan een lange tafel in de gang zitten en je hebt een goede indruk. Het eten was wederom uitstekend en net als bij Lundagård werd het diner vaak onderbroken voor samenzang - heel normaal hier. Het interessante is dat, behalve de standaardgezangen, elk groepje zijn eigen favorieten heeft. Bij de studentenkrant werd gezongen over hun ‘strijd’ tegen de studentenunies, mijn huis zong gisteren een aantal ‘huisliederen’. Na elk lied wordt er geproost maar nee, niet iedereen is stomdronken. Je mag gerust toosten met water, cola, cider of wat dan ook.
Tenslotte: bij een kräftskiva draag je een hoofddeksel. Dat mag een mooie hoed zijn, maar vaker is het een papieren hoedje van de feestwinkel. Inderdaad, Zweden heeft interessante tradities.

Vakken
Er wordt natuurlijk ook nog gestudeerd, sinds afgelopen maandag althans. Mijn master verzorgt dit semester, tot januari, drie vakken: the Tree Religions in Contemporary Perspective (eindelijk! Iets over nu!), Women in the Three Religions (lijkt ook leuk) en de Thesis Colloquium, waar ik mij alvast mag voorbereiden op het schrijven van een 30-ECTS-scriptie, mijn project voor komende lente. Grote schrijfprojecten zijn mijn talent noch mijn hobby, maar ik heb besloten net te doen of ik er wel heel goed in ben en het heel leuk vind. We zullen zien hoe lang ik mezelf voor de gek houd.

Zoals altijd bij mijn master is het aantal college-uren weer danig beperkt: behalve een uurtje op donderdag zou mijn agenda er erg leeg uit zien, dus bedacht ik dat het leuk zou zijn een vak in het Zweeds te volgen bij mijn theologische departement. Dat bleek wat meer voeten in de aarde te hebben dan ik dacht, want wie geen exchangestudent is (en dat ben ik niet) en geen Zweeds diploma dan wel vervangende Zweedse test heeft (nope), Mag Niet In Een Zweeds Vak. Ondanks dat ik de steun van de docent, mijn coordinator en de ‘studievägledare’ had – de byråkrati bleek stugger dan verwacht. Vooralsnog mag ik er in het vak bij zitten, wat al de nodige moeite kostte. Hoe het ook zij, ik volg dus nu een C-kurs (laatste jaar bachelor) over de functie van rituelen en hoe nieuwe rituelen zich tegenwoordig ontwikkelen. Ik versta het wel zo ongeveer en het is best interessant. Het voordeel van niet-geregistreerd-zijn is overigens ook dat ik rustig geen examen kan schrijven bij tijdgebrek…

Dat is trouwens niet geheel denkbeeldig, want inmiddels ben ik OOK nog in een gevorderden-vak Zweeds terechtgekomen, waar ik vorig jaar heel graag in wilde, maar steeds voor op de wachtlijst stond. Alleen: 15 uur per week college, officieel fulltime studielast - dat wordt wellicht iets te veel van het goede. Ik ga maar even zien in hoeverre het te combineren is – dat vak zou namelijk wel naar die begeerde vervangende Zweedse test leiden.

SI-en
SI? Had ik tot voor kort ook nog nooit van gehoord, maar het staat voor ‘Supplemental Instruction’. Veel eerstejaarsvakken in Lund maken gebruik van dit Amerikaanse systeem, waarbij een groep studenten na een hoorcollege in een kleine groep verder studeert en discussieert onder leiding van een ouderejaars die het vak al gevolgd heeft. Samen met een studiegenoot mag ik een dergelijk format toe gaan passen op de masterstudenten die net met onze master zijn begonnen. Oftewel: we gaan hun tutorials begeleiden. Arme eerstejaars. Gelukkig kregen we hier wel een tweedaagse cursus voor, die ik anderhalve week geleden heb gevolgd. In tegenstelling tot de naam van SI, was de ‘utbildning’ geheel in het Zweeds. (Daar mocht ik, ironisch gezien, dan wel weer zo aan mee doen.) Best interessant, vooral toen we rollenspellen mochten doen en studenten de ‘ikwildeheletijdaanhetwoordzijnwantikluistergraagnaarmezelf’-student mochten spelen of de (afwezige) professor moesten afkraken…
Volgende week maandag mag ik voor het eerst de boel in m’n eentje managen. Spannend en uitdagend. Gelukkig gaat het om een heel klein groepje van hoogstens zes studenten en zijn ze heel aardig.

Overigen
Morgen ga ik cake en koekjes bakken met een Indiase vriend, die dan de koffie na de kerk kan vergezellen. (Die cake en koekjes, bedoel ik.)
Vorige week nodigde onze professor alle studenten van mijn jaar en het jaar onder ons uit voor een ‘start-off party’ bij hem thuis. Behalve dat genoemde professor erg goed Arabisch kon koken en het heel gezellig was, ben ik nu ook in Höör geweest. Dat is toch wel de meest Zweedse plaatsnaam ooit. 
Maria, mijn huisgenote van vorig jaar, logeert hier omdat ze nog een vak af moet maken. We koken samen (spätzle! Maria-pasta!) en kletsen eindeloos bij.
Geen tropische temperaturen hier, wel aardig nazomerweer.
Ze zijn eerder genoemd: nieuwe studenten! Zelfs als er maar 4 in Lund e.o. wonen, het is toch meer dan een verdubbeling in ons mini-masterprogramma. Volgende week hebben we een open lezing en komt er ook een delegatie uit Kopenhagen. Joechei, gezelschap!
Oftewel, het leven is heel fijn. Waarmee ik niet zeg dat de zomer in Nederland niet ook heel fijn was. :-)
 En vraag me binnenkort maar weer eens, als de eerste deadlines eraan komen en ik grandioos achterloop…

Drankliedje
Sluit ik af met een van de bekendste drankliederen die Lund rijk is: ‘Spritbolaget’. Vorig jaar al geleerd en een vertaling gekregen, maar inmiddels snap ik ook echt wat ik zing en dit stukje cultuur deel ik graag met u allen. Vertaling is zeer vrij, maar dat moet kunnen met een drankliedje.

Till spritbolaget ränner jag
Och bankar på dess port.
Jag vill ha nåt’ som bränner bra
Och gör mig skitfull fort.
Expediten frågar och sa:
Hur gammal kan min herre va?
Har du nåt legg  ditt fula drägg
Kom hit igen när du fått skägg.

Nej, detta var ju inte bra,
Jag ska bli full i kväll.
Då kom jag på en bra idé,
Dom har ju sprit på Shell.
Många flaskor stod där på rad.
Hurra, nu kan jag bli full och glad.
Den röda drycken rann ju ner.
Nu kan jag inte se nåt mer.


“Naar Spritbolaget* ren ik
En ik bons op hun deur (*bonkbonk*)
Ik wil iets hebben wat goed brandt
En dat mij snel kneiterzat maakt.
De winkeleigenaar zei me: Goeiedag
En hoe oud mag jij dan wel wezen?
Heb je een ID bij je, lelijke vlegel?
Kom hier maar terug als je een baard hebt!

Maar dat was nu jammer
Ik wil echt dronken worden vanavond
Toen kreeg ik ineens een goed idee
Bij Shell hebben ze natuurlijk ook alcohol
Vele flessen staan er op een rij
Wat fijn, nu kan ik dronken en blij zijn
Wat later stroomt de rode drank naar binnen
Nu kan ik niets meer zien!

SKÅL!


* Systembolaget - staatsdrankwinkel

Comments