De laatste dertig

Morgen, 10 februari 2013, is een historische dag voor mijn voormalige woonplaats: het is de laatste zondag dat in Utrecht de winkels gesloten zullen blijven. De kogel is namelijk door de nogal lege kerk: Utrecht is haar laatste, ongeveer dertig, koopvrijezondagen kwijt. Vanaf 17 februari mogen de winkels elke zondag open.
                Het afgelopen jaar heb ik de discussie tussen voorstanders van de koopzondagen (‘Harrie’, grotendeels geleid door eigenaar van Hoog Catherijne Corio) en de tegenstanders (‘Utrecht is geen Harrie’) gevolgd. Zoals altijd kwam ik aan beide kanten ook de zeer extreme meningen tegen en extremen zijn nooit sympathiek. Desalniettemin sta ik aan de kant van de tegenstanders en vind ik de beslissing van de Gemeenteraad betreurenswaardig.
                Wie tegen koopzondagen is, heeft al snel het imago die mening te zijn toegedaan vanwege (orthodox) Christelijke standpunten. Dat is bij mij niet het geval. Als ik echt principieel in zondagsrust geloofde, zou ik op zondag geen ijsje kopen, niet naar het zwembad gaan en ook niet met de trein reizen. Door al deze activiteiten verplicht ik tenslotte een ander individu om op zondag te werken, en dat draagt niet bepaald bij aan de zondagsrust.
                Mijn aversie voor de koopzondag ligt op een ander vlak, namelijk bij de voornaamste maxime die ten grondslag lag aan de hele campagne van Harrie en zijn kornuiten. Die luidt: winkelen, an sich, is een aangename en plezierige bezigheid en iets wat een mens liefst zo vaak mogelijk wil doen. (En daarom moeten de winkels dus elke zondag open.) En dat kan niet kloppen.
                Een verjaarscadeautje kopen en voorpret hebben bij de blijdschap van de ontvanger – natuurlijk. Kerstinkopen doen en genieten van de prachtige etalages en lichtjes – jawel. Met een vriendin de nodige zomerkleding kopen en achteraf genieten van koffie en gezellig bijpraten - akkoord. Maar dat hoeft toch niet al te vaak te gebeuren? Daar hoef je toch niet met grote regelmaat hele dagen aan te besteden? Laat staan dat je shoppen een ‘hobby’ noemt? Iets wat uiteindelijk over geld en bezit gaat, kan niet z
ó
ontzettend leuk zijn. Noem me vooral een calvinist.
                Persoonlijk geloof ik dat we daarom best een dag per week zonder winkels kunnen en moeten kunnen. Cultureel en praktisch gezien is zondag – ondanks de secularisatie – daarvoor de handigste dag. En op die dag zijn er zat andere dingen te doen: het stadspark, het zwembad en de ijsbaan bieden mogelijkheden, net als de kerk, je eigen keuken voor een lekkere maaltijd, een concert of een boek – de stadsbibliotheek in Utrecht is al jaren op zondagmiddag open. Elitair? Oh, vast. Ik ga zelf niet naar FC Utrecht, maar ook dat lijkt me een prima tijdsbesteding.
                En ik hoor het liberale argument al om de hoek komen: fijn als jij dat vindt, maar waarom betekent dit dat een ander niet van de zondag kan genieten op haar manier? Overigens het enige argument waar ik wel gevoelig voor ben. Inderdaad, waarom moet mijn ouderwetse moraal het shopplezier van anderen beperken? Wat mij betreft omdat Utrecht een prachtig centrum heeft, waar het best dertig dagen per jaar een stuk rustiger mag zijn, zodat er nog een mooie rondleiding gegeven kan worden. En, het is misschien onvoorstelbaar, maar er was een tijd dat veel winkels er in het centrum helemaal niet waren. Dat Utrecht het zonder Hoog Catharijne moest (mocht?) doen. Akkoord, die tijd is voorbij, maar zouden we, respect opbrengend voor de geschiedenis, misschien het drie dagen per maand, november en december uitgezonderd, een beetje op destijds laten lijken? Omdat er ook mensen zijn die dat nu eenmaal prettiger vinden en het vroeger zonder winkel (en zonder koopavond) ook prima ging?
                Tot hier heb ik me beperkt tot principiële punten, die wat mij betreft niet alleen gelden voor mijn oude stadsie, maar in elke plaats waar koopzondagen worden ingevoerd, van toepassing zijn. In het specifieke geval van Utrecht kan het achteloos terzijde leggen van een referendum van 2005, waarin 65 procent van de Utrechters zich tegen de volledige zondagsopening uitsprak, nog toevoegd worden. Zelfs D’66 – was dat niet de referendumpartij bij uitstek? – stapte gemakkelijk over deze cijfers heen.  De gevolgen voor de kleine winkelier met beperkt personeel zal ik niet eens aansnijden.
                Gebeurd is gebeurd en de kans dat deze beslissing in de toekomst nog wordt teruggedraaid lijkt me bijzonder klein. Of de koopzondagen inderdaad die geclaimde impuls zullen geven aan de economie en het toerisme, zullen we af moeten wachten. Vooralsnog hebben de voorstanders in elk geval gewonnen met hun argument dat de zondagssluiting achterhaald is ‘omdat we nu in 2013 leven’ en de tegenstanders dus ‘niet meer van deze tijd zijn’.
                Maar is dat niet eigenlijk een compliment?

Comments