Nordiska Språk - Noors is makkelijk, Deens onverstaanbaar
Toen ik in maart
als dank voor het een of ander een boekje met theologische artikelen kreeg,
leek dat me destijds in het Zweeds al een hele uitdaging. Vervolgens kwam ik
tot mijn schrik ook nog de ø en de æ tegen in een artikel: een Scandinavisch wetenschappelijk tijdschrift
publiceert rustig Noorse, Zweedse en Deense artikelen door elkaar. Inmiddels
moet ik toegeven dat het op papier
inderdaad best te begrijpen is. Gesproken niet-Zweeds is echter een ander
verhaal. Want de talen mogen familie van elkaar zijn, die familieband is niet
in alle gevallen even hecht.
Om te beginnen: Denen en Noren hebben het makkelijk. Geschreven
Deens verschilt dus nauwelijks van geschreven Noors. Voor Zweden zijn beide talen ook aardig goed te begrijpen, zodra je aan die twee rare letters gewend bent. Wie een van de drie kan lezen, krijgt er dus gratis twee extra talen aan leesmateriaal bij.
Gesproken Noors is voor een Zweed ook
behoorlijk goed te verstaan. Er zijn kleine uitspraak- en grammaticale
verschillen en daarnaast zijn er gewoon heel veel Noorse accenten, waarvan een
deel voor de Noren zelf al lastig te begrijpen is. Alsnog gaat het meestal prima en zal een Noor die een Zweeds bedrijf belt
geen reden zien om Engels te praten.
De Deense
uitspraak maakt communicatie met ons buurland echter stukken lastiger. Neem
bijvoorbeeld de zin ’Ik heet Paula’. In het Zweeds schrijft men ’Jag heter
Paula’ en zegt men ’Jâg hetter Paula.’ In het Deens schrijft men ’Jeg hedder
Paula’ en zegt ’Jij hedlll (*onnavolgbaar geluid op de plaats van de llll’)
Paula’. Ook de bekendste winkelstraat van Kopenhagen is een leuke. In het
Deens: strøget. Wij zouden zeggen: ’ströööget’. Deense uitspraak: strøjlllll. (Ik
kan het helaas ook niet beter uitdrukken.)
Daarnaast is het
Deense cijfersysteem minstens zo onlogisch als het Franse. Vanaf vijftig wordt
er geteld in twintigtallen, wat zestig ’tres’ maakt: drie keer twintig. Vijftig
wordt logischerwijs ’halvtreds’, zeventig ’halvfjerds’ en tachtig ’firs’. In het Zweeds tellen
we femtio-sextio-sjuttio-åttio...
Kortom, het verschil tussen Deens en Zweeds is zowel geschreven, maar
vooral gesproken, het grootst en dit in het nadeel van de Zweden. (Denen
verstaan heel redelijk wat Zweden zeggen.) Veel Denen passen daarom hun
taalgebruik aan als ze met Noren of Zweden praten en praten een soort ’Oer-Scandinavisch’,
waarin ze Deens wel uitspreken zoals het geschreven wordt. Overigens bleek een
Deense docent uit Jutland prima te kunnen converseren met Nederlandse collega’s
– zolang hij maar zijn dialect praatte en zij plat-Fries.
Zelf was ik vorige week in Kopenhagen en deed in de broodjeszaak een poging. De verkoopster begreep mijn vraag ('is dit broodje vegetarisch?'); ik helaas niet haar antwoord. Daarnaast gaf ik haar twee keer teveel geld. Volgende keer toch maar Engels praten misschien.
Hoe het ook zij: iedereen die langer dan een maand een van de Scandinavische
talen praat, weet dat er om de Deense uitspraak gelachen mag worden. Dit
filmpje is dan ook een grote hit onder internationale studenten en onder mijn
studiegenoten. Kamelåså?
Tuschen Noorsch en Deensch is het verschel niet groot op die papier.
ReplyDeleteJij praat van het gesprokene Taal, niet?
(Ik vind Vlaamsch nog moegelijk, maar Nederlandsch van Holland onverstaanbar voor die Oor).
ReplyDelete