De Kerk deel 2/? – Wat is een Lutheraan?

Deze blog werd ergens rond Hervormingsdag geschreven en is nooit gepost. Foei toch. Eindelijk een vervolg op mijn eerste blog over de Kerk in het Noorden. Met vandaag: tweeduizend jaar kerkgeschiedenis in niet-objectieve en veel te korte vorm door een niet-afgestuurde religiehistorica en neptheoloog. Met flauwe opmerkingen tussen haakjes.

Na het leven van Christus op aarde, trachtten zijn volgelingen het geloof levend te houden en te verspreiden. Eerst deden ze dat onder aanzienlijke (nu ja, dat is ook nog een bediscussieerd punt) vervolging, totdat Constantijn in 303 besloot zich te bekeren (of vond hij het politiek gezien gewoon praktisch?) en het Christendom niet veel later de officiële godsdienst van het al in elkaar stortende Romeinse Rijk werd. (Of er een verband tussen die twee is, is zo’n vraag waar wetenschappers het graag over hebben.) Het Christelijke geloof verspreidde zich snel en in de vroege Middeleeuwen werd praktisch heel Europa Christelijk. De Kerk werd een professionele (nu ja, gestructureerde) organisatie met een Paus, bisschoppen en duidelijke regels over de leer, liturgie en ook over hemel en hel.

Via ingewikkelde theologische rederingen (die ik jullie vooral bespaar omdat ik er zelf behoorlijk weinig vanaf weet) argumenteert de Rooms-Katholieke (al is dat hier een redelijk anachronistische term) dat gelovigen geacht worden hun zonden op te biechten voor een priester. Als ze dit met regelmaat doen, komen ze na hun dood niet in de hel. Echter, zonde blijft zonde en dus ben je ook met vergeven zonden niet direct zeker van de hemel. Als je niet een echte heilige bent, maak je grote kans eerst in het vagevuur te belanden, waar je ziel eerst een aantal jaren (of decennia, of eeuwen, maar dan van on-aardse soort) gezuiverd wordt voor je dan wel de hemel in mag. Klinkt ook niet zo prettig, dus werden er weer methodes ontwikkeld waarop de mens aftrek (”aflaat”) kon krijgen voor (een deel van) deze tijd in het vagevuur. Boetedoening en het zeggen van gebeden klinken wellicht nog wel logisch, maar het werd uiteindelijk ook mogelijk om iemand anders te betalen om voor jou te bidden of in jouw plaats op bedevaart te gaan.  Dientengevolge waren er aan het eind van de Middeleeuwen veel ’aflaatmonniken’ onderweg die arme onwetende boeren hun laatste cent uit de zak klopten in ruil voor een papiertje met ’vijfduizend jaar aftrek van het vagevuur’.

Martin Luther was een Duitse (wederom een anachronistische term) monnik, die aan het begin van de 16e eeuw door kreeg dat hij zich niet kon vinden in de hele aflaathandel. (Hij was dus niet tegen aflaten of de biecht zelf, al denken velen dat wel.) Aangezien hij bij de Kerk geen gehoor kreeg en hij ook nog geen Facebookgroep op kon starten (de arme man), besloot hij toen maar om zijn 95 stellingen met inhoud over wat er in de Kerk moest veranderen op de kerk in Wittenberg te spijkeren. Dit is op 31 oktober 1517. (Waarmee de laatste dag van oktober dus Hervormingsdag is geworden. Kun je nagaan hoe oud deze blog is.)

Had de Kerk besloten om naar Martin te luisteren en bepaalde zaken aan te passen, dan waren de zaken wellicht anders gelopen – maar dat deed ze niet. In plaats daarvan werd Martin geëxcommuniceerd en vogelvrij verklaard. Hij was echter niet de enige die er zo over dacht en dus ontstond er al snel een beweging. Martin veranderde nog meer zaken – zo was hij tegen het opdragen van de Mis in het Latijn (wat veel mensen niet begrepen) en zorgde hij voor een vertaling van de bijbel in het Duits.

Zo kreeg je dus Lutheranen. (Tadaa.) Het fenomeen sloeg aan – niet in het minste omdat bestuurders die besloten in het spoor van Luther te volgen zo onder de hinderlijke invloed van het Vaticaan uit konden komen. (Ook weer zo’n heerlijk ontwerp dat kerkhistorici graag bestuderen.) Vervolgens besloten binnen enkele decennia andere theologen als Jean Calvijn en Hyldrich Zwingli dat er nog meer punten waren waarin de RKK mis zat. Ze wilden de kerk verder hervormen (bekend woord, anyone?) en omdat zij (en anderen) het niet precies eens werden (en nog steeds niet worden) over hoe dat moet gebeuren, hebben we wereldwijd nu dus honderden verschillende kleine Protestantse kerkjes, die soms heel erg van elkaar verschillen en soms ook niet. In Nederland kreeg de leer van Calvijn veel voet aan de grond, terwijl Zweden voor het overgrote deel Luthers werd.


Wat betekent dat vandaag de dag nog aan verschillen? Dat leest u in aflevering drie. Hopelijk binnen een maand of vier.

Comments