Los primeros días
- Madrileense metrokaartjesautomaten zijn grappig. Een enkeltje kost slechts een euro, maar ik heb alleen maar een biljet van 20. Geen probleem, wordt zonder moeite geaccepteerd. Alleen krijg ik wel 19 losse euro’s terug.
- Vers uit de bus van Madrid naar Salamanca neem ik een klein roltrapje dat naar het busstation leidt. Voor me staat een echtpaar en de vrouw stapt op zo’n onhandige manier op de roltrap, dat ze bijna meteen achterover kukelt, met haar hoofd op de roltrap. Ze valt praktisch tegen me aan, maar ik krijg het op de wiebelende roltrap niet voor elkaar haar overeind te hijsen. (Het feit dat ik twee rugzakken draag, helpt niet bepaald mee.) Een jongeman schiet te hulp en biedt wat ondersteuning, maar pas als we bovenaan de roltrap zijn, staat ze weer op twee benen. Mevrouw kijkt nauwelijks geschokt , maar wrijft slechts even over haar achterhoofd en lijkt bovenal kwaad op de roltrap. Binnen een halve minuut is ieder zijns weegs gegaan.
- Als gierige Hollander neem ik natuurlijk geen taxi, maar loop richting wat ik denk dat het centrum is. Ik volg de bordjes información en bij het eerste leuke pleintje zijg ik compleet uitgeput neer op een muurtje. Nu maar hopen dat ik ergens een kaart kan krijgen. Maar waar in vredesnaam? De mevrouw van het winkeltje tegenover het muurtje wijst nogal kortaf schuin naar links: daar is de oficio de turismo. Ah, ik zat er dus praktisch naast. Bij de oficio krijg ik direct een kaart en ik vraag met wat twijfel naar de ‘Rua Antigua’, waar ik mijn sleutel schijn te kunnen ophalen. ‘Dat is hier, mevrouw.’ Ah, dus ik kon het straatnaambordje zien vanaf de plek waar ik net zat? Ik weet dat ik in de zomer wat blonder ben dan in de winter, maar dit is wel heel erg.
- Op maandag word ik geacht mij om half negen te melden bij het taalinstituut, dat lopend in twaalf minuten te bereiken zou moeten zijn. Uit ervaring weet ik dat ik dan beter om 8.05 kan vertrekken en jawel, ik ben er precies op tijd. Dat zegt vooral iets over mijn kaartlees-vaardigheden. De talenschool is gehuisvest in een oud klooster en op de overloop naar boven staart dan ook een mierzoete Jezus mij aan met een schattig kindje in zijn armen. Ach ja, Spanje blijft natuurlijk katholiek, net zoals je hier over de iglésias lijkt te struikelen. Maar daarover vast nog wel eens meer.
- Bij het afnemen van de ‘intake-test’ besluit ik niet te zeggen dat ik nog nooit Spaanse les heb gehad, maar gewoon te zien hoever ik kom. De test beslaat minstens honderd meerkeuzevragen en alleen bij de eerste vijfentwintig durf ik nog een antwoord te geven dat niet honderd procent willekeurig is. Na het inleveren heb ik een klein gesprekje met de docente en vervolgens word ik niet op het laagste niveau geplaatst! (Zo sprak zij niet zonder trots.) Nou ja, eigenlijk…de niveaus die Enforex, mijn taalschool, gebruikt, corresponderen met de Europese richtlijnen voor talen en A1, mijn niveau, is dan nog altijd het laagste niveau, voor de echte beginners. MAAR: ik zit in een groepje waarvan de meesten al vier à vijf weken bezig zijn. Ha. Nu nog zien dat ik het hier volhoud. To be continued.
Comments
Post a Comment